Geven is meer liefde beleven

red heels

Bemand met de Happinez, ‘t boek Anti Glamour en nog te schrijven wenskaarten fietste ik naar Scheveningen. Dit met het idee dat ik ergens in een café zou gaan zitten met uitzicht op zee. Onderweg genoot ik van een verlaten stad; lekker door kunnen fietsen en één grootouder met kleinkind in de Paleistuin. Fietsend langs de Scheveningse bosjes zag ik een aantal hardlopers, een enkel gezin aan de wandel. In de buurt van de Keizerstraat kruiste een geklede dame op de fiets mijn pad. Ze droeg stralende hoge rode pumps. Was ze op weg naar haar kerstlunch? Rechts van me stapten een groep mensen de kerk uit. Op Scheveningen werd ik begroet door een stevige wind, kitesurfers en vele toeristen en dagjesmensen.

Terwijl ik met deze blog bezig ben, zie ik buiten een lichtblauwe strakke lucht. Het gevolg van een fijne dag met winterweer dat erom vroeg buiten te zijn. Dit was ook de reden dat ik uiteindelijk niet in een cafeetje belandde. Op een bankje boven de Sprookjesbeelden aan Zee kon ik de wind tenminste voelen. Bovendien was het een genot om de zee telkens van kleur te zien veranderen: lichtgroen, grijs, blauwe, donkerblauw. Na mijn moment met de zee fietste ik op de Gevers Deynootweg en dacht aan een opdrachtgever. Ik keerde om, stopte voor de kinderboerderij en schreef een kerstkaart. Terwijl ik de brievenbusklep na hoorde kletteren, fietste ik weg en zag één van hun zonen voor het raam zitten. De glimlach was niet meer van mijn gezicht te krijgen. En dat gelukzalige gevoel van iemand te kunnen verrassen, was overal te voelen.

De glimlach kreeg een andere dimensie, het dimensie van contact; een grootvader met twee kleinzoons wilden oversteken, het kleinste jongetje zwaaide naar me. Net op tijd zwaaide ik terug naar hen. Het deed me denken aan een oversteek-situatie in het Laakkwartier. Een autobus met een Arabisch uitziende man stopte voor ons. Wij stopten ook, omdat het verkeerslicht net op rood was gesprongen. Tegelijkertijd keken we naar het rode licht en daarna glimlachend naar elkaar. Dit soort flitsmomenten maken mij blij. Contact met wildvreemden door middel van een glimlach en het zonder woorden begrijpen van de situatie.

Op de fiets in het Stationskwartier hoorde ik iemand mijn naam roepen. Ha! Mijn neef liep daar met zijn vriendin. Leuk. Ik zal hen binnenkort zien tijdens een diner. Zo dacht ik alleen te zijn, maar het hebben van contact heeft mijn dag zeker opgefleurd. Thuis heb ik zitten lezen in de Happinez, de woorden raakten me, tranen sprongen in mijn ogen. Ondertussen aaide ik Aurora over haar bolletje, ze vroeg om meer; meer aandacht, meer liefde. Daar lag ze dan, helemaal tevreden, opgerold op haar deken. Mijn gedachten gingen naar hoeveel Aurora is veranderd, sinds ze een jaar geleden voor het laatst bij ons logeerde. Terughoudend, angstig en ze lag onder, in plaats van bovenop de bank. Ik ben dankbaar dat we onze vrienden op het laatste moment te hulp konden schieten.

Ik heb zelfs mijn excuses aangeboden, omdat ik eerder niet met hen mee had kunnen denken. Het enige wat ze wist, was dat we tijdens de kerstvakantie een paar dagen in hun huis wilde verblijven. We konden er wel zijn voor Aurora, maar wanneer, was voor ons nog niet duidelijk. Zij denkt altijd met me mee, houdt haar agenda zelfs vrij en vraagt tijdig naar de data waarop ze me kan helpen! Ze keek me aan; ‘Het is goed zo. Ik wist ook nog niet hoe ik het precies wilde aanpakken.’ Wederom voelde ik begrip, begrip voor onze persoonlijke situatie. Ze zei zoveel meer met slechts vier woorden ‘het is goed zo’. Dank je wel lieve vriendin.